Per 1 januari 2018 worden de eerste 12 behandelingen oefentherapie bij artrose aan heup of knie vanuit de basisverzekering vergoed. De aanspraak van 12 behandelingen artrose ten laste van de basisverzekering geldt voor een periode van 12 maanden, ongeacht het aangedane gewricht (heup/knie) en ongeacht de aangedane zijde (links/rechts). Omdat de 12 behandelingen vanuit de basisverzekering worden vergoed, vallen ze hiermee onder het eigen risico van de verzekerde. In de meeste gevallen kan, als na 12 behandelingen het behandeldoel nog niet is bereikt, op de aanvullende verzekering van de patiënt worden doorbehandeld. Sommige verzekeraars maken in hun polis voor de aanvullende verzekering een uitzondering voor artrose. Behandelingen dienen altijd in eerste instantie vanuit de basisverzekering gedeclareerd te worden.
Dit staat in het pakketbesluit waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ingestemd.
Bewezen effectief
Oefentherapie bij artrose van knie en heup is bewezen effectief. Daarom adviseerde het Zorginstituut eerder al om deze behandeling in het basispakket op te nemen. De vergoeding geldt voor maximaal twaalf behandelingen per periode van twaalf maanden. In de praktijk is gebleken dat wekelijks een behandeling gedurende acht tot twaalf weken gemiddeld voldoende is om een patiënt de oefentherapie aan te leren. Daarna kan de patiënt dit zelf in de thuissituatie of in de sportschool voortzetten.
Besparing van 5 miljoen
Met het opnemen van fysiotherapie in het basispakket moet een besparing van 5 miljoen euro per jaar worden gerealiseerd, vooral als gevolg van uitstel van protheseplaatsingen.